Op wachtlist voor begeerde kunst zegt vaak niets

Published: December, 2020, Financieel Dagblad
Jadé Fadojutimi, There exists a glorious world. Its name? The land of sustainable burdens, 2020
Jadé Fadojutimi, There exists a glorious world. Its name? The land of sustainable burdens, 2020

Het is bijna kerst, dus we zullen het hebben over cadeautjes en wensen die in vervulling gaan. In de kunstwereld gaan begeerde werken vaak gepaard met wachtlijsten: een onschuldige maar beladen term, die vaak voor verwarring zorgt.

Laten we het aan de hand van een voorbeeld analyseren. De jonge Afro-Britse kunstenares Jadé Fadojutimi (27 jaar) schildert kleurrijke abstracte schilderijen die veel verzamelaars mooi, vernieuwend en interessant vinden. De twee galeries die haar vertegenwoordigen, Pippy Houldsworth in Londen en Gisela Capitain in Keulen, worden overladen met aanvragen. In korte tijd ontstaat er een lijst van mensen die Jadés werk per se willen kopen, en deze wordt de wachtlijst genoemd.
U belt de galerie, zegt dat u Jadé fantastisch vindt en dat u graag een werk van haar wilt kopen. De galerie vertelt u vriendelijk dat er op dit moment niets beschikbaar is, maar dat ze u op de wachtlijst kan zetten en u op de hoogte houdt. U denkt dat het goed komt, u bent er immers vroeg bij. Het is echter een illusie te denken dat u omhoog zou schuiven elke keer wanneer Jadé een nieuw werk beschikbaar stelt. De werken gaan namelijk naar instituties en personen die het meest voor de kunstenaar of de galerie kunnen betekenen.

De eerste die werken te koop aangeboden krijgen, zijn musea. Vooral voor jonge kunstenaars is de museale erkenning van onschatbare waarde, omdat die heel hoog scoort op de schaal van artistiek aanzien. Een museale aankoop wordt door de galerie gebruikt als argument voor en als bevestiging van kunsthistorische kwaliteit van de kunstenares. Dit helpt haar te onderscheiden van honderdduizenden andere jonge kunstenaars die zulke museale aandacht niet hebben gekregen.

Het feit dat musea naar kunstenaars zoals Jadé kijken, is tot op zekere hoogte gestimuleerd door de urgentie om gaten in collecties te dichten betreffende artists of color. Hierover schreef ik ook in mijn bijdrage ‘De overwinningstocht van Afro-Amerikaanse kunstenaars lijkt een stil protest tegen racisme’ (FD, 9 juni). Musea worden beschouwd als de ideale bestemming voor elk kunstwerk, omdat normaliter de aangekochte werken nooit meer op de kunstmarkt terugkeren; commercieel gezien zijn ze dus doodverklaard. Ik zeg normaliter, omdat de coronacrisis de situatie heeft veranderd en musea dit jaar regelmatig werken uit hun collecties voor verkoop hebben aangeboden.

Als tweede zijn de klanten aan de beurt die regelmatig kopen van de galerie, ofwel, in de kunstwereldtaal, ‘die het galerieprogramma ondersteunen’. Kort gezegd, je krijgt een hip en veelgevraagd werk als je al meerdere werken van minder hippe kunstenaars hebt gekocht. Voor wat, hoort wat. Sommige galeries bieden een begeerd werk zelfs alleen in combinatie met een moeilijk verkoopbaar werk. Er zijn verzamelaars die dit belachelijk vinden – waarom gedwongen zijn om iets te kopen wat niet je eerste keus is? Anderen beschouwen dit echter als een faire transactie, want de toegang tot een felbegeerd werk is de perfecte beloning.

Verder wordt voorrang gegeven aan verzamelaars met grote zichtbaarheid of prestige in de institutionele wereld. Mocht een klant een privaat museum bezitten, een museum trustee zijn (die eventueel het werk ooit aan het museum zou willen schenken) of een vermaarde collectie hebben, dan worden alle wachtenden in zijn/haar voordeel overgeslagen. Vandaag de dag is de openbare zichtbaarheid een van de essentiële factoren geworden die de positie van de kunstenaar bepalen.

Ook een kunsthistorische contextualisering met beroemde kunstenaars verleent betekenis: wanneer Jadés werk naast een schilderij van Willem de Kooning wordt opgehangen, straalt het meesterschap van de naoorlogse held ook een beetje op haar af.

Sommige galeries geven daarnaast een voorkeursbehandeling aan celebrities. Stel je voor dat Beyoncé een werk van Jadé wil hebben. Dan wordt ze hoogstwaarschijnlijk eerder bediend dan velen die al langer wachten. Belangstelling van beroemdheden draagt bij aan de reputatie en de faam van de kunstenaar op het gebied van coolheid – niet onbelangrijk in het door sociale media gedomineerde culturele landschap.
Vandaar dat voor veel wachtenden nooit het moment zal aanbreken dat ze een werk van de galerie krijgen, hoe vroeg ze er ook bij zijn. Dit verklaart enigszins waarom de prijzen op veilingen zulke grote hoogtes bereiken: je weet dat je van de galerie niets kan verwachten, je wilt het werk hebben en je hebt het geld. In de primaire markt kost een groot werk van Jadé tussen de £30.000 en £45.000; maar onlangs is haar schilderij Lotus Land uit 2017 voor $378.000 verkocht op een veiling bij Phillips in New York. De koper had blijkbaar niets op met wachtlijsten.

Tot slot kan het in de huidige periode van verbijsterend snel elkaar opvolgende trends gebeuren dat u het werk krijgt, maar dat de kunstenaar niet meer hip is. De actuele interesse in Afro-Amerikaanse kunstenaars is mede gestimuleerd door de Black Lives Matter-beweging, Trumps reactie daarop én het besef dat het officiële kunstsysteem, hoe progressief ook, stelselmatig deze kunstenaars heeft genegeerd. Mocht het onrecht gecorrigeerd worden en het onderwerp daarom minder dringend lijken, dan zal de vraag naar deze kunstenaars wellicht dalen.

Stel je voor dat Elon Musk binnenkort succesvol naar Mars vliegt en wij en masse in nieuwe technische mogelijkheden gaan geloven waardoor abstracte schilderkunst saai en oudbakken gaat lijken: dan krijgt u het ooit begeerde werk – waar ondertussen niemand meer op zit te wachten. Wees voorzichtig met wat u wenst.